Tag: productiviteit

Waarom het stil is op mijn sociale media

Waarom het stil is op mijn sociale media

Op sociale media blink ik uit door mijn afwezigheid. Mijn Facebook account check ik zo weinig dat ik al zwangerschapsaankondigingen van goede vrienden heb gemist. Ja, al meer dan 1 keer gebeurd. Oeps. Ik ben lid van heel wat WhatsApp groepen, maar die staan allemaal ingesteld op mute. Zo krijg ik geen melding bij nieuwe berichten, en zo komt het dat ik in zeven haasten vertrek naar een voetbalmatch die al enkele uren afgelast is. Voor deze blog heb ik een Twitter-account aangemaakt, maar ik ben blijven steken na 1 of 2 tweets. Ook mijn prƩsence op Instagram is niet veel soeps: met 5 posts op 4 maanden tijd is mijn profiel lichtjaren verwijderd van influencer-status. LinkedIn is het enige kanaal dat ik echt probeer te volgen omdat daar veel inspiratie te rapen valt voor het werk.

Ik weet het, dit klinkt als een technofobe dinosaurus die mentaal is blijven steken ergens halverwege de jaren 2000. Ik pleit onschuldig. Ik durf ook te beweren dat ik geen onhandige kluns ben die moeite heeft om dit soort apps te installeren en te gebruiken. En ik ben al zeker niet onverschillig tegenover de levens van de mensen rondom mij. Ik heb sociale media uitgeprobeerd, verschillende keren zelfs, en ik maak bewust de keuze om ze niet meer actief op te volgen. Ik weet dat ik zo heel veel interessante info en zelfs kansen mis. Die nadelen neem ik erbij, want ik krijg er 3 grote voordelen voor in de plaats.

1. Meer tijd

In de periodes dat ik wel actief sociale media gebruikte sloop daar altijd veel meer tijd in dan op het eerste gezicht leek. Even 5 minuten checken werd al snel 30 minuten scrollen. Op zich niet veel, maar alles samen telde het wel op en heel wat vrije momenten werden daarmee gedood. Dat maakte dat ik niet naar een boek greep, minder gauw mijn loopschoenen aantrok en al zeker geen tijd meer over had voor een project als deze blog.

Blijkbaar ben ik hier niet alleen in. Ik hoor en lees dat heel wat mensen meer dan een uur per dag spenderen aan sociale media, en blijkbaar zijn die platformen zelfs zo gebouwd dat je er zoveel mogelijk tijd doorbrengt. Een soort verslavende technologie, met andere woorden.

2. Meer focus

Mijn ervaring was dat sociale media niet alleen veel tijd in beslag namen, maar dat ze dit ook op een heel versnipperde manier deden. 5 minuten hier, 20 minuten daar, tussendoor nog snel even checken. Het gaf mij het gevoel van continu een soort ruis op de achtergrond te hebben. Er was altijd wel een post of een update die nog ergens in mijn hoofd ronddwarrelde, en mijn tijd werd opgekapt in mini-brokjes. Ik hield daar niet zo van omdat het serieus knabbelde aan mijn vermogen om me voor een lange periode volledig op iets te concentreren. Daarnaast was het ook wel eens een stoorzender in mijn gezinstijd.

Ook op dit vlak weet ik nu dat ik niet alleen ben. Sociale media brengen ons in een modus waar we van de ene afleiding naar de andere hoppen, en hebben daardoor effectief een negatieve impact op onze aandachtsspanne. Interessante boeken over dit topic zijn Digital Minimalism en The Glass Cage. Nog op mijn leeslijst: Social Media and Your Brain.

3. Meer rust

Dat gevoel van ruis, ik had daar last van. Naast een verminderde concentratie bracht het ook onrust in mijn hoofd. Het was moeilijk om me mentaal te deconnecteren van die constante stroom aan berichten. Ik kan niet zeggen dat ik er compleet gestresst van werd, maar ik merkte wel een tikkeltje meer spanning, wat minder geduld en net iets meer last om in slaap te vallen. Genoeg voor een onaangenaam gevoel.

Dit alles samen heeft me overtuigd dat sociale media waarschijnlijk fantastisch zijn, maar dat ik er niet voor gemaakt ben. Of misschien is het andersom, en zijn de sociale media niet gemaakt voor mij? Wie weet timmert er in Silicon Valley, op dit eigenste moment, een team aan een fantastische app die absoluut geknipt is voor mij. Tot het zover is hou ik het voorlopig toch maar bij de hashtag #JoyOfMissingOut šŸ˜‰.

Image by Clker-Free-Vector-Images from Pixabay

Gaan en blijven gaan?

Gaan en blijven gaan?

Soms vertellen mensen me dat ze het zwaar hebben op het werk. Dat is OK, en ik maak dan graag tijd om te luisteren wat er scheelt. Zo een gesprek is altijd anders, maar sommige dingen komen heel vaak terug. Schuldgevoel bijvoorbeeld. Mensen voelen zich schuldig omdat ze kreunen onder de druk. Ze vinden van zichzelf dat ze er beter tegen moeten kunnen. Dat ze moeten blijven doordoen om alle ballen in de lucht te houden. Want dat is wat Echte Succesvolle Hardwerkende Mensen doen: gaan en blijven gaan. Die zeuren niet over moe zijn, en kunnen door hun ijzeren wilskracht moeiteloos om met alle stress die nu eenmaal bij het werk hoort.

Ik ben ervan overtuigd dat dit niet klopt. Torenhoge stress is toxisch en hoort er niet zomaar bij. Dat schuldgevoel is niet nodig en zelfs contraproductief. En die succesvolle mensen waar we naar opkijken? Zij zijn er volgens mij net heel goed in om balans op te zoeken en te bewaken. In plaats van altijd maar te gaan en te blijven gaan zorgen ze voor witruimte in hun agenda. Tijd om buiten te komen, te lezen, te sporten, te reflecteren, te schrijven, te laten bezinken. De invulling varieert, maar in essentie blijft het hetzelfde: tijd om los te komen van de constante stroom van werk en todo’s.

Under pressure wind up snapping in the end - Foo Fighters

Het is deze strategie die ik zelf probeer te volgen. Waar ik kan probeer ik tijd te kopen. Door poetshulp in te schakelen, door 4/5 te werken, door een vol jaar bevallingsverlof op te nemen. Maar ook door blokken zonder meetings te voorzien in mijn agenda, door mijn telefoon uit te zetten op de trein, en door boterhammendozen al ‘s avonds te maken. Zo weet ik dat ik niet continu aan het crossen ben van de ene todo naar de andere, maar voldoende ademruimte heb tussenin.

Dit is mijn nummer 1 strategie om mijn stressniveau op een gezond peil te houden. Dat helpt mij om het overzicht te bewaren, het verschil te maken tussen de grote en de kleine dingen, en zo de juiste prioriteiten te stellen. Maar het is ook belangrijk voor mij omdat ik met mensen werk. Als ik te veel stress heb, dan is die menselijke interactie het eerste dat daaronder te lijden heeft. Er is dan te weinig ruimte in mijn hoofd voor het perspectief van anderen, en dan verdwijnen de voelsprieten die me helpen om te begrijpen wat er in hen omgaat. Ik probeer dat dus zo veel mogelijk te vermijden. En als er dan iemand het zwaar heeft, dan heb ik tijd, en dan kan ik echt luisteren.

Image by Manfred Richter from Pixabay

Niet alle uren zijn gelijk voor de klok

Niet alle uren zijn gelijk voor de klok

Tijd heeft vele gezichten. Er is onze subjectieve ervaring van hoe lang iets duurt. Deze perceptie van tijd varieert van mens tot mens en moment tot moment, en is heel lastig om in cijfers te vangen. Helemaal aan het andere uiterste is er de ruimtetijd van Einstein: universeel geldig in het heelal, en exact te berekenen (voor wie daar zin en tijd voor heeft, ik pas). Ergens daartussenin heb je onze biologische klok. Deze is relevant voor ons allemaal en er is heel wat wetenschappelijk onderzoek naar, maar dit is eerder een kwestie van statistiek dan van exacte formules. En ten slotte is er uiteraard onze standaard objectieve tijdsindeling: de dag opgekapt in uren, minuten, seconden. Alles netjes in vakjes, makkelijk te becijferen, en voor iedereen exact hetzelfde.

Janus, Griekse god van de tijd met (slechts šŸ˜‰) 2 gezichten.

Het is dit laatste, objectieve gezicht van tijd dat ons werkleven beheerst. De wekker gaat om 6u, de trein vertrekt om 7u24, om 9u begint de eerste vergadering en we hebben een arbeidscontract waarin staat dat onze werkdag 8 uur duurt. We beschouwen dit als logisch en vanzelfsprekend, maar dit is eigenlijk een recent gegeven, en niet in elke context even logisch.

Al 9 uur gewerkt vandaag. Goed bezig… of niet?

In industriƫle contexten werkt het concept van de standaard werkdag met de vaste uren best goed. Ik denk dan aan fabrieken waar arbeid ingezet wordt om machines in productielijnen te bedienen. Hier komen een aantal factoren samen:

  • De machines moeten allemaal tegelijk draaien om de productielijn te kunnen laten lopen. Iedereen moet dus op dezelfde, voorspelbare uren aanwezig zijn.
  • De productiviteit is rechtstreeks afhankelijk van het aantal gewerkte uren. Als iedereen een half uur vroeger naar huis gaat zijn er 2 auto’s minder gemaakt (of 200 dozen koekjes).
  • Creativiteit en origineel denkwerk zijn niet belangrijk. Integendeel, het werk is voorspelbaar en bestaat uit telkens opnieuw dezelfde handelingen.

Het komt erop neer dat de machines zo optimaal mogelijk moeten werken. En dat is een kwestie van zo veel mogelijk uren draaien. En dan is het inderdaad zinvol om loon te betalen op basis van gewerkte uren en iedereen op hetzelfde moment te laten starten. Maar hoe zit het met kenniswerk? Voor jobs in marketing, productontwikkeling, software development, journalistiek,… zijn de factoren net het tegenovergestelde:

  • We moeten niet met zijn allen op exact hetzelfde moment aan het werk zijn. Er zijn natuurlijk gezamenlijke overlegmomenten, maar niet de hele tijd en niet met iedereen tegelijk.
  • Onze productiviteit is niet rechtstreeks afhankelijk van het aantal gewerkte uren. Het is niet omdat je voor een scherm zit dat je ook effectief veel werk gedaan krijgt.
  • Creativiteit en origineel denkwerk zijn heel belangrijk. Niets is routine.

Dit is een heel ander plaatje. Voor kenniswerk komt het er op aan dat ons brein zo optimaal mogelijk moet kunnen werken. Maar wat betekent dat? Die vraag boeit mij en ik lees vaak boeken die inzichten aanreiken gebaseerd op wetenschappelijke kennis van hoe ons brein werkt. Wanneer het over werken en tijd gaat komt hieruit heel sterk naar voren dat onze biologische klok belangrijker is dan we denken. We associƫren die standaard met ons dag-nacht ritme, maar die biologische klok bepaalt ook wanneer onze cognitieve vermogens op hun best zijn, en wanneer we beter pauze nemen. Om het met Daniel Pink te zeggen:

We are smarter, faster, dimmer, slower, more creative, and less creative in some parts of the day than others.

Deze quote komt uit When: The Scientific Secrets of Perfect Timing. Dit is een heel praktisch, toegankelijk boek dat toont hoe we de wetenschap rond onze biologische klok kunnen gebruiken om efficiƫnter te werken. Dit zijn enkele van de aanbevelingen:

  • Lunchbreaks zijn essentieel. Wie minder uren werkt om ‘s middags buiten te sporten en te eten werkt efficiĆ«nter dan iemand met een langere werkdag zonder lunchbreak.
  • Uitslapen is geen luxe. Wie ‘s ochtends te vroeg opstaat en daardoor te weinig slaapt heeft een verminderd geheugen en slechtere aandachtsspanne.
  • Korte pauzes doen wonderen. Wie lang aan een stuk doorwerkt zonder regelmatig te pauzeren maakt gemakkelijker fouten. Elk uur 5 minuten pauzeren om wat rond te wandelen, een babbeltje te doen en je drinkbus bij te vullen is geen tijdverspilling maar helpt net om efficiĆ«nter te werken.
  • Powernaps en ook siĆ«sta’s geven een boost aan je cognitieve vermogens.

Dit zijn enkele van de redenen waarom het geen goed idee is om een nachtje door te doen om te studeren voor een examen, of om in Corona-tijden om 4 uur ‘s nachts op te staan om je job als kenniswerker te doen, of om consequent je lunchpauze over te slaan. Maar dit alles betekent ook dat het contraproductief is om van kenniswerkers te verwachten dat ze om 8u30 met hun werkdag starten, en hen te betalen op basis van gewerkte uren zonder pauzes mee in rekening te brengen. En toch is dat vandaag op heel veel plaatsen de norm. De gevolgen daarvan zijn soms pijnlijk om te zien. Mensen die van 15u30 tot 16u doelloos rondscrollen in hun inbox omdat ze dan pas naar huis mogen. Mensen die een hele dag doorwerken zonder pauze te nemen, omdat ze die pauzes dan moeten compenseren door langer op kantoor te blijven en daardoor niet op tijd aan de kinderopvang zouden geraken. Mensen die op het werk blijven hangen tot 19u zonder echt productief te zijn, maar dan wel extra overuren en de badge ‘gerespecteerde harde werker’ meekrijgen.

Hoe komt het dat we de wetenschappelijke inzichten (nog) niet volop inzetten om slimmer en efficiƫnter te werken? Veel mensen weten wel dat ze zich beter voelen als ze minder uren aan een stuk kloppen, maar we trekken dat niet door op het werk. Onze arbeidsethiek en ons wettelijk kader zijn een waarschijnlijk deel van de verklaring, maar die dingen zijn gelukkig niet voor eeuwig in steen gebeiteld. Ik ben alvast benieuwd hoe dit gaat evolueren in de komende decennia.

Image by aytuguluturk from Pixabay

Efficiƫnt in interactie: tips & tricks

Efficiƫnt in interactie: tips & tricks

Vergaderingen kunnen frustrerend zijn. Iedereen kent de praatbarakken waarin heel wat mensen hun zegje doen, maar die nergens toe leiden en qua timing compleet uit de hand lopen. Als alternatief zie je dikwijls strak gestructureerde overlegmomenten met een heldere agenda, maar met een heel beperkte interactie en veel passieve aanwezigen. Ook niet ideaal.

Ik wil het beste van de twee werelden te combineren: meetings waarin de hele groep aan bod komt in een dynamische interactie, maar die tegelijkertijd efficiƫnt verlopen en leiden tot een bruikbaar resultaat. De laatste jaren heb ik heel wat tips en tricks verzameld en daarmee geƫxperimenteerd. Dit zijn enkele van mijn favorieten:

1. Start met een vraag

Traditioneel wordt interactie pas aan het einde van een overleg opgestart met een zijn-er-nog-vragenronde. Tegen dan is de aandacht verslapt en moet de helft naar een volgende meeting… Keer het eens om en ga al van bij de start in interactie met je publiek. Ik doe dit op volgende manieren:

  • Ik hou een check-in vragenronde.
  • Ik laat deelnemers zelf de volgorde bepalen waarin we de agendapunten bespreken.
  • Ik vraag al bij het begin van een meeting of er nog extra punten toegevoegd moeten worden aan de agenda.
Een agenda hoeft niet altijd lineair te zijn, zo kunnen de deelnemers zelf de volgorde bepalen.

2. Durf respectvol te onderbreken

Het is onbeleefd om iemand te onderbreken. Vanuit deze overweging heb ik dit lang niet gedaan. Intussen heb ik geleerd dat onderbreken broodnodig kan zijn om de timing en de focus te bewaren. Dit wordt meestal zelfs heel erg geapprecieerd als je het op een respectvolle manier weet te doen. Ik pak dit bijvoorbeeld zo aan:

  • Sorry dat ik je onderbreek, ik probeer de timing te bewaken.
  • Terecht punt en bedankt dat je dit aanhaalt. Omdat dit ons nu wat ver zou leiden stel ik voor dat we dit opnemen op moment X met personen A, B en C. Kan je je hierin vinden?
  • Vind je het belangrijk dat we dit nu bespreken of kan dit ook later voor jou?

3. Hou snelle stemrondes

Wil je op een snelle manier te weten komen wat mensen in een groep echt denken? Stel een gesloten vraag en zorg ervoor dat elke deelnemer kan antwoorden. Dit zijn formules die ik doorheen mijn vergaderingen regelmatig gebruik:

  • Hand opsteken, eventueel met 1 tot 5 vingers om score aan te geven
  • Op een bepaalde plaats in de ruimte gaan staan (de ene kant voor antwoord A, de andere kant voor antwoord B). Dit duurt meestal wel iets langer.
  • In een videocall: via de gezamenlijke chatfunctie een kort antwoord vragen (ja/nee of een cijfer)
  • Voor remote Ć©n fysieke meetings: iedereen zijn antwoord laten ingeven via smartphone of laptop. Mentimeter is hier een leuke tool voor.
Je publiek snel digitaal laten stemmen kan via Mentimeter

4. Werk toe naar een schiet-voorstel

Tijdens een overleg komen typisch heel wat ideeƫn en bedenkingen naar boven. Al die inzichten zijn nuttig, maar ze leiden niet automatisch tot een gezamenlijk plan van aanpak waar je in praktijk mee aan de slag kan. Daarom probeer ik ze als facilitator te kanaliseren richting een concreet voorstel. Soms door mensen te bevragen (Wat is je voorstel om hiermee om te gaan? Wat kunnen we de komende weken doen om dit pijnpunt te verbeteren? ), soms door zelf iets op tafel te leggen (Als ik de ideeƫn hier hoor, is het dan een goede suggestie om richting X uit te gaan? Kan oplossing Y een goede eerste stap zijn?).

Ik noem dit dikwijls een schiet-voorstel omdat het niet de bedoeling is dat dit het Finale Plan is. Het dient vooral om een gefocuste dialoog op gang te brengen. Doordat er een tastbaar voorstel is gaan gesprekken spontaan shiften. In plaats van een collectie losse bespiegelingen krijg je een gerichte discussie over wat er moet gebeuren. Aan de hand van het schiet-voorstel ontstaat dan een nieuw voorstel, ofwel een herziene versie van het origineel ofwel iets helemaal anders. Zo kom je uiteindelijk tot een breed gedragen plan van aanpak.

Als facilitator kan je dit proces sturen door de juiste vragen te stellen (Zijn er nadelen aan het voorstel dat nu op tafel ligt? Is er iemand die zich hier niet comfortabel bij voelt? Is er nog iets waar we niet aan denken?). Daarnaast moet je ook bewaken dat het voorstel dat ontstaat niet te wild en zweverig is, want dan krijg je luchtkastelen. Een goed plan van aanpak is voor mij:

  • Concreet āž” De eerstvolgende stappen helder voor iedereen
  • Pragmatischāž” Realiseerbaar binnen de groep
  • Klein genoeg āž” Geen grote plannen die maanden vragen, maar dingen die snel uitgeprobeerd en geĆ«valueerd kunnen worden

En als je ondanks dit alles nog niet veel respons krijgt, niet getreurd. Sommige mensen zijn trage denkers en hebben wat tijd nodig om informatie te laten bezinken en er hun mening over te vormen. Niets mis mee. Je kan hen helpen door materiaal op voorhand te bezorgen, maar ook door ruimte te laten om achteraf nog vragen door te sturen. Die kan je dan beantwoorden als eerste topic op het volgende overleg.

Photo by Annie Spratt on Unsplash

Meer slapen, minder corona

Meer slapen, minder corona

We worden om de oren geslagen met tips om het coronavirus te slim af te zijn. Handen wassen. In je elleboog niezen. Je gezicht niet aanraken. Allemaal nuttige tips, maar er ontbreekt iets op het lijstje: voldoende slapen.

Eerst slapen, de rest komt later

Voor een goed werkend immuunsysteem is een goede nachtrust essentieel. Tijdens onze slaap treden allerlei biologische processen in gang die helpen om infecties af te weren. Dit is niet alleen folklore, maar ook echt serieuze wetenschap. In een onderzoek aan de University of California, San Francisco werd bijvoorbeeld aangetoond dat wie een week lang minder dan 6 uur slaapt veel meer kans heeft op een besmetting met een verkoudheidsvirus. Voor wie minder dan 5 uur per nacht sliep was de kans zelfs bijna drie keer zo hoog. Dit is een van de redenen waarom slaapexperten zoals Matthew Walker ons aanmanen om 7 tot 9 uur per nacht te slapen.

En toch horen we hier nauwelijks iets over in gezondheidscampagnes, en wordt het dus ook niet opgenomen in richtlijnen rond het coronavirus. Waarom? Ik weet dat slapen niet zo hip klinkt als advies. Iedereen wil ‘s avonds graag een film of serie meepikken. Niemand wil op een feestje als eerste vroeg naar huis. Waarom zou je gaan slapen als er nog zoveel te zien en te beleven valt?

Dit speelt misschien mee, maar het is zeker niet de enige reden waarom we niet veel horen over het belang van slaap. Ik denk dat we met een dieperliggend probleem zitten: slapen heeft onterecht een negatieve bijklank in onze maatschappij. We associƫren slapen met een vorm van luiheid. Harde werkers zijn flink en zeuren niet over moe zijn. Ze kloppen lange uren en staan vroeg op om extra productief te kunnen zijn. Of ze werken de halve nacht door om dan met het beste resultaat ooit voor de dag te komen. Ik denk dat dat niet klopt, dat het niet helpt en dat we ervan af moeten.

Meer weten?

  • Het fantastische boek Why we sleep van Matthew Walker is een goed startpunt.
  • Er is ook een Ted Talk voor wie liever filmpjes kijkt.
  • Dit is de link naar het onderzoek waar ik hierboven naar verwees.
  • Voor wie toch liever gewoon zijn handen wast šŸ˜‰: dit doe je best zo.